Het aftervakantiesyndroom

Paniek. Chaos. Intens verdriet. Enkele gevoelens die in mij opkomen wanneer ik na twee welverdiende weken vakantie weer naar school moet.
Het is nou niet bepaald dat ik uitgerust weer op school kom. Het is natuurlijk allemaal heel jofel om feestdag na feestdag in een vakantie te proppen (heb je in ieder geval wat te doen), maar dagenlang drinken gaat je niet in de koude kleren zitten. Natuurlijk kies ik daar zelf voor. Alhoewel, met kerst en oud en nieuw ben je wel een soort van verplicht, het lekkere eten wordt je voorgeschoteld en het lekkere drinken naar binnengegoten. De katers blijven zich maar opstapelen tot je aan het eind van de vakantie nog verrotter bent dan daarvoor.
En dan moet je weer naar school. Alle vakantie en feestdagenvreugde is als sneeuw voor de zon verdwenen op het moment dat je beseft dat het leven vol verplichtingen weer begint. Met moeite vorm je je om twee uur  ’s middags opstaan systeem weer om tot een vroeg naar bed, vroeg opstaan ritme. Iets waar ik, waarschijnlijk voor de rest van mijn leven, moeite mee blijf hebben. Ik begin er vol goede moed aan, gemotiveerd en al, maar dan zwakt het langzaamaan weer af.
’s Avonds denk ik geen enkele moeite te hebben met het opstaan van de komende ochtend. ’s Ochtends vervloek ik mezelf iedere keer weer, want oh, wat is mijn bed toch fijn. Waarom ik me ’s avonds nooit besef hoe fijn mijn bed is, dat weet ik niet.
Op school aangekomen is het alsof de vakantie, met al zijn feestelijke feestelijkheden, nooit heeft plaatsgevonden. Iedereen is hetzelfde, iedereen doet hetzelfde en aan niemand is te merken dat ze niet lang geleden gezellige feestdagen hebben doorgebracht en dronken, intens gelukkig en vol goede moed het nieuwe jaar hebben ingeluid. Sterker nog, iedereen is down. Want de vakantie is voorbij. Het enige sombere vooruitzicht: school, school en nog meer school. Ergens in de verste verte schijnt een lichtpunt: de volgende vakantie.